 |
| fruit is toegekomen op school |
 |
| we plaatsen het in onze kast |
 |
| op woensdag verdelen we het in de fruitbakjes |
 |
| voor iedere leerling een gezond stukje fruit |
 |
| we dragen het fruit in de gang |
 |
| wat staan er al veel fruitbakjes in de gang |
 |
| alle fruit is verdeeld |
 |
| de fruitkistjes zijn leeg |
 |
| een vrolijke verdeler brengt alle bakjes naar de juiste klas |
 |
| hij vult zijn karretje |
 |
| en rijdt naar alle klassen.... |
 |
| vriendelijk klopt hij aan en |
 |
| en biedt zijn gezonde snack aan. |
 |
| de lege bakjes komen terug naar onze klas |
